Utrecht was in de Tweede Wereldoorlog de stad van de NSB. Op oude foto’s zie je de Duitsers en hun aanhangers uitgebreid door de Domstad paraderen. Maar Utrecht was ook de stad waar vele verzetsmensen hun leven waagden. Na de oorlog werden enkelen van hen geëerd met een straat in Transwijk. Eén van die straten is de Truus van Lierlaan. Een koude, tochtige straat tussen de parkeerterreinen van de Jaarbeurs. Een plek die niets zegt over de bekendste daad van Truus van Lier, lid van de bekende verzetsgroep CS6.
Op vrijdagmiddag 3 september 1943 schiet zij de NSB-politiepresident G.J. Kerlen dood vlakbij zijn huis aan het Willemsplantsoen. Het Utrechtsch Nieuwsblad schrijft er pas na het weekend over en noemt het “een laaghartigen moordaanslag”.
Truus wist te ontkomen en vluchtte naar Haarlem, waar ze onderdook. Intussen was de SD in Utrecht naarstig op zoek naar de daderes van de moordaanslag op Kerlen. Voor de gouden tip zou 10.000 gulden (nu zo’n 60.000 euro) worden betaald, aldus een bericht in het UN van 9 september.
Of de beloning ooit is uitbetaald is onbekend. Wel is duidelijk dat Truus van Lier in september werd opgepakt in Haarlem. Een CS6-collega zou hier bij betrokken zijn geweest. In het UN van 2 oktober 1943 wordt bericht over de arrestatie.
Eind november 1943 werd Truus van Lier samen met haar CS6-collega’s Nel Hissink-van den Brink en Reina Prinsen Geerligs geëxecuteerd in kamp Sachsenhausen, nadat ze volgens getuigen met opgeheven hoofd en zingend naar de executieplaats waren gelopen. Volgens een brief van journalist Joop Zwart zijn ze na hun dood door medewerkers van het crematorium verkracht.
In 1948 schreef het UN opnieuw over de zaak. Dit artikel vindt u bovenaan dit stuk.
Jarenlang verzorgde Utrechter Tommie Hendriks een bloemenhulde aan Truus op de wal van de Catharijnesingel. Sinds 2018 heeft Frank de Munnik het van hem overgenomen. Hij beheert ook de website over Truus van Lier.